Dekoloniseer Pippi Langkous in de klas, niet in de bib

Pippi Langkous speelt de hoofdrol in het debat over de ‘dekolonisering’ van de Gentse bibliotheek. Het Gentse stadsbestuur deed de aanbeveling om de collectie van de stadsbibliotheek door te lichten en bij sommige boeken en racistische passages een duiding en waarschuwing te plaatsen. Bijvoorbeeld, bij de passage waarin Pippi’s vader als ’negerkoning’ wordt beschreven. Lukas Vandertaelen reageerde fel in een opiniestuk in De Standaard: hij vreest voor censuur en een proces zonder einde. Moeten Brusselmans, Nero, Suske en Wiske, Geeraerts en Claus dan ook op de schop?

Pippi Langkous

Hier ligt onmiskenbaar een taak voor het onderwijs. Niet zomaar een taak, een cruciale taak. In het onderwijs leren kinderen lezen, en dit gaat over kinderen echt leren begrijpend lezen. Niet alleen lezen wat er op de lijnen staat en wat er tussen de lijnen staat, maar ook wat er achter de lijnen schuilt. Wie schreef dit boek? In welke tijd en context? Met welke bedoelingen? Hoe kwam het dat lezers zeventig jaar geleden anders reageerden op ‘negerkoningen’, en schrijvers anders over hen schreven, dan nu?

Ook ik las als kind Pippi Langkous. Ook ik nam – zoals al mijn klasgenoten – geen aanstoot aan de status en de bezigheden van Pippi’s papa. Dat mogen we nu verbijsterend vinden, maar dat is wat kolonisering doet met de kinderen die opgroeien in het land van de kolonisator. Zij vinden het blijkbaar ‘normaal’ dat zonen en dochters worden uitgezonden om onderwijs, religie, opvoeding en ‘beschaving’ te brengen aan mensen in verre landen, en vinden het ‘normaal’ dat die zonen en dochters daar zelfs eer en aanzien voor verdienen. Tot de status van ‘negerkoning’  toe.

Maar die tijd is voorbij. In het onderwijs van vandaag moet dat in alle openheid besproken kunnen worden. In het onderwijs kunnen leerlingen zo leren inzien dat Astrid Lindgren destijds geen kwade bedoelingen had toen ze over de papa van Pippi schreef, en tegelijkertijd dat die passages sommige mensen vernederen en heel kwaad en verdrietig maken. Net zoals Pipi een paard hoog optilt, tilt het onderwijs een boek in de hoogte om het langs alle kanten te bekijken. Hedendaags lees- en literatuuronderwijs behandelt niet alleen de esthetische, maar ook de ethische kant van wat er staat geschreven. Geletterdheid met een geweten. In het hedendaagse literatuuronderwijs worden geen boeken verbrand, maar laait een rationeel, open debat over sommige passages hoog op. In het hedendaagse literatuuronderwijs worden geen bladzijden uit boeken gescheurd, maar worden bladzijden toegevoegd en in het hedendaagse literatuuronderwijs worden zo cruciale eindtermen voor geschiedenisonderwijs bereikt. Van in het basisonderwijs.

In het onderwijs is het cruciaal dat dat gesprek samen kan worden gevoerd. Dat meningen, visies en interpretaties tegen elkaar kunnen en mogen botsen, en elkaar verrijken. En dat zo de tekst rijker wordt. Dat reeds in het basisonderwijs wordt ingezien dat er niet één heiligmakende interpretatie van een boek is, maar vele, en dat al die interpretaties in een bepaalde tijd thuishoren. Ook wij zijn kinderen van onze tijd, niet alleen Astrid Lindgren. Ook onze visie zal verdampen. Dat is net de kracht en de magie van literaire taal, dat ze altijd weer hertaald kan worden. De schrijver mag schrijven wat hij wilt, maar ook de lezer. De vrije mening van de lezer danst over het papier, en in de klas raken die individuele dansen in elkaar verstrengeld. In de klas wordt via dialoog ook de interpretatie en de ‘duiding’ van literaire kunst gedekoloniseerd.

Censuur doodt die dialoog. Een samenleving is maar zo volwassen als de manier waarop ze met kinderen, kritiek en kwetsbaren omgaat. En met haar literatuur. En met haar literatuuronderwijs. Leer kinderen hun verontwaardiging uiten over Pippi’s papa, en leer hen met welke woorden dat kan, maar laat hen twee minuten later ook terug smakelijk lachen om Pippi’s heerlijke fratsen.

Deel dit bericht!